2e zondag door het jaar C – Het feest moet doorgaan

Schriftlezingen: Jesaja 62,1-5 en Johannes 2,1-12

Hij openbaarde zijn heerlijkheid en zijn leerlingen geloofden in Hem. (Johannes 2,11b)

Het verhaal van Kana is een verhaal dat je blij maakt. Het gaat over een bruiloft. Trouwen is iets feestelijks. Trouwen is vertrouwen hebben in elkaar en in de toekomst. Hoe kun je het leven vieren, als je niet gelooft in het leven? Elke bruiloft is een pleidooi voor het leven en een protest tegen het doemdenken. De wijn hoort daar bij, ‘de wijn die het hart van de mensen verheugt’, zoals de psalm zegt. Het feit dat de wijn op een gegeven moment op is, bewijst alleen maar hoe feestelijk het er op de bruiloft van Kana aan toegaat.

Jezus komt niet naar de bruiloft van Kana om de bruiloftsgasten vermanend toe te spreken. Integendeel, Hij zorgt ervoor dat het feest kan doorgaan, en hoe! In Kana verricht Hij – na enig voorbereidend werk van zijn moeder – zijn eerste wonderteken. Net als de andere wonderen van Jezus beeldt ook dit teken Gods liefde uit. Typisch voor het wonder van Kana is dat het accent hier geheel en al ligt op de mateloosheid van die liefde. Daarom zorgt Jezus niet voor een stuk of wat flessen wijn, maar voor zes kruiken van elk maar liefst honderd liter!

Jezus wil dat het feest doorgaat. Maar Hij heeft ook een diepere bedoeling. In Kana openbaart Hij zijn ‘heerlijkheid’, zegt Johannes. Je kunt bij ‘heerlijkheid’ denken aan ‘uitstraling’. Van beroemdheden als prinses Diana en David Bowie zeggen we dat ze grote uitstraling hadden. Maar het podium van Jezus is niet dat van een popster of een prinses, het is Calvarië, en zijn uitstraling heeft niets met glamour te maken en alles met liefde. Daarom zegt Jezus in Kana tegen zijn moeder dat zijn uur nog niet gekomen is. Het eigenlijke uur van zijn uitstraling moet nog komen.

‘Zijn leerlingen geloofden in Hem’, zegt Johannes. Hij vond het niet nodig uit te leggen, wat het betekent dat de leerlingen in Jezus geloofden. Zijn lezers waren voldoende vertrouwd met het visioen van de profeten, die gezegd hadden dat, zoals een jongeman zijn meisje huwt, God zal komen om zijn volk te huwen en dat, zoals een bruidegom verrukt is over zijn bruid, God verrukt zal zijn over zijn volk (Jesaja 62,5). In Kana geloven de leerlingen voor het eerst in de goddelijke bruidegom, die onder mensen een feest van mateloze liefde op gang brengt.

Jan Hulshof

Afbeelding: Paolo Veronese