
29e Zondag door het jaar B – De weg naar het geluk
Schriftlezingen: Jesaja 53,10-11; Hebreeën 4,14-16 en Marcus 10,35-45
Je mist je doel
Mensen die alleen zijn komen te staan
missen weleens de zin
om te koken of iets aan te pakken,
omdat ze ergens het doel missen
waarvoor ze dat altijd hebben gedaan.
Als je het voor jezelf moet doen is het toch anders. En dat is wel een beetje te begrijpen. Mensen die met pensioen gaan,
zien daar misschien heel erg naar uit. Eindelijk tijd voor mezelf!
Maar na enige tijd voelen velen van hen: ik wil toch iets doen
en niet alleen voor mezelf bezig zijn.
Ik wil iets goeds, iets nuttigs doen.
Zo is het leven me toch iets te leeg. Sommigen hebben dat al
aan het einde van een vakantie:
het was goed om er even uit te zijn,
op rust en op adem te komen,
maar nu wil ik graag
weer iets goeds en nuttigs doen. We hebben er ook spreekwoorden over:
zoals “ledigheid is des duivels oorkussen”.
En inderdaad:
kinderen die niet weten wat te doen
gaan zich vervelen
en jongeren die niet weten wat ze moeten doen worden baldadig en door doelloos op straat rond te hangen, zijn velen ook tot erger gekomen.
We willen graag een doel hebben,
bezig zijn ook voor anderen en dat is goed voor ons.
We zijn geschapen
om een mens voor anderen te zijn.
Even niets doen. Onthaasten
Mensen willen dus graag bezig zijn,
een doel hebben.
Dat zal zeker ook wel een beetje komen
door onze opvoeding en door de maatschappij, door onze tijd die van minuut tot minuut is gevuld met allerhande dingen.
Steeds moeten we iets
en alles moet vlug. Maar als dan alles wegvalt
hebben we ook niet geleerd
om in rust te zijn en eens niets te doen.
Wij zijn bepaald geen meditatief volk,
zoals andere, bijvoorbeeld Oosterse, volkeren dat hebben. Daarom hebben de drukte en het haastige
ertoe bijgedragen dat onze tijd
zo weinig godsdienstig is.
In de Hof van Olijven zei Jezus tot zijn leerlingen:
“Kunt ge nog niet één uur met mij waken?”
toen ze in slaap waren gevallen onder het bidden.
Tot ons zou Hij waarschijnlijk moeten zeggen:
“Kunt ge nog geen drie minuten met mij waken?” Toch is het zeer belangrijk dat we in ons dagelijks leven tijd vrij maken voor het gebed.
Inzet. Arbeid adelt
Aan de andere kant is het ook waar
dat de mens gemaakt is om zich moeite te geven, om zich ergens voor in te zetten: voor Gods eer en voor zijn naaste.
Doordat wij moeite doen, ons inspannen,
ons inzetten voor een goed en nuttig werk, vergeten we veel van onszelf:
werken is een zeer goede remedie
tegen vele psychische klachten,
tegen innerlijke pijn en verdriet;
zo verzetten we veel.
Het ritme houdt je op koers
Bovendien ordent het werken ons leven;
de dingen die we moeten doen,
geven een ritme aan ons leven,
zodat we niet teveel op de golfslagen van ons gevoel, van onze emoties en stemmingen gaan leven. De dingen die we moeten,
houden ons op koers.
Zo is het trouwens ook in het godsdienstige:
men spreekt of sprak
– want vroeger deed men dat meer dan nu –
van plichten in het godsdienstig leven
– bijvoorbeeld: heb je je zondagsplicht vervuld? – omdat het ritme van de dingen die we moeten doen, ons ook in de godsdienst op koers houden.
Moeite doen is jezelf geven
Onze inzet voor iets of voor iemand is ook een zich-geven,
we verlaten wat ons gemakkelijk is en prettig om moeite te doen voor een goede zaak, voor een andere mens of voor God zelf.
Daardoor veredelen wij onszelf.
Wanneer we ons meer geven,
zullen wij ook het geluk dieper smaken,
wanneer we onszelf meer vergeten,
zullen tegenslagen en lijden minder vat op ons hebben.
De weg naar het geluk
Jezus spreekt zijn apostelen vandaag
over het lijden dat ze bereid moeten zijn te dragen, over het zichzelf geven in de dienst aan hun Heer. Hij heeft het daarover
in antwoord op het verlangen van die apostelen
om de beste plaats in de hemel te mogen bezetten. Zij gaan voor de eer en een mooie positie,
maar Jezus heeft het over dienstbaarheid,
over iets moois en nuttigs doen voor een ander, dienaar zijn.
Want zichzelf geven ten einde toe,
zoals Jezus hun dat zal voordoen:
dat is de weg naar het grote geluk van de verrijzenis, dat is de weg naar de hemel.
De les die Hij geeft is eigenlijk deze:
doordat je jezelf vergeet,
zul je gelukkig worden; doordat je dient en je inzet,
zul je jezelf voorbereiden op de dag
waarop je – als je kunt en het je gegeven is –
de grootste vreugde,
het eeuwig geluk zult bezitten.
† Jan Hendriks
Afbeelding: Falco via Pixabay