
24e Zondag door het jaar B – Wie zeg jij dat Hij is?
Schriftlezingen: Jesaja 50,5-9a; Jakobus 2,14-18 en Marcus 8,27-35
Wie is Hij voor jou?
Halverwege het Evangelie vraagt Jezus ineens aan zijn leerlingen: “Wie zegt gij dat Ik ben?” En wat er dan gebeurt is eigenlijk voor ons wel herkenbaar. Er zijn tijden in ons leven waarin we de Heer heel nabij mogen weten, dat ons geloof, het gebed, de viering van de Eucharistie en het ontvangen van de sacramenten ons met vreugde en dankbaarheid vervullen. Denk maar eens terug aan de keren in uw leven dat U geraakt werd door Gods aanwezigheid. Dat is natuurlijk een genade, een geschenk van God, maar er is ook iets in ons wat die goddelijke aanraking mogelijk maakt: als we aangeraakt worden is er in ons een open hart, verwachtingsvol en luisterend, eenvoudig, bereid, het hart van een kind. Jezus zegt het niet voor niets: “Als je niet wordt als kinderen, kun je het rijk der hemelen niet binnen gaan”.
Adieu God?
In het TV programma “Adieu God?” werden mensen geïnterviewd die afscheid genomen hadden van het geloof. Vaak gaat dat gesprek ook terug naar de kindertijd van die mensen. Velen van hen hebben ’s avonds met diep geloof voor hun bedje geknield, waren ooit geraakt, zijn jaren lang met liefde en overtuiging naar de kerk gegaan. Wat is er gebeurd? Waarom ging dat weg? Daarvoor zijn vele redenen te vinden.
Verwaterd contact
Bij veel mensen is het geloof langzaam weggezakt. Het is net als met goede vrienden of familie: als je die jaren niet ziet, geen contact houdt, raak je van elkaar vervreemd. Maar we moeten toch niet wanhopen. Het is met de band met God net als met zo’n oude vriendschap. Je hebt elkaar misschien lang niet gezien, jaren zelfs niet aan elkaar gedacht en toch, als je elkaar weer ontmoet, is daar die basis van vriendschap van vroeger. Zo is het ook met God: de geloofsbasis die ouders aan hun kinderen proberen mee te geven – met de hulp van Gods genade – is iets waarvan je hoopt dat ze erop verder bouwen, maar in ieder geval: dat fundament is er en eens verschijnt God hopelijk weer in hun leven en kan die band weer worden opgepakt. Echte vrienden moeten er voor elkaar kunnen zijn en dat geldt ook voor ons en God: wil je met God een vriendschap bouwen en houden, een vriendschap die je ervaart, dan moet je ook voor Hem klaar staan. Niet dat Hij je laat vallen als je dat niet doet, maar bij jezelf gaan het gevoel voor God en het vertrouwen weg als er geen contact is.
Teleurgesteld in God
Maar er is ook die andere kant: is God er wel voor mij? Er zijn veel mensen die teleurgesteld zijn, Ook dat kwam in “Adieu God?” nogal eens ter sprake: lijden en verdriet, een grote tegenvaller, een diepe teleurstelling en je denkt: waar was God nou? Laat Hij mij in de steek? Bestaat Hij eigenlijk wel? Als Hij bestaat waarom laat Hij dat toe, kon Hij niet verhinderen dat dit gebeurde? Ja, dan wordt God een moeilijk mysterie, een echte beproeving voor veel mensen en moeilijk te doorgronden. Als we de wereld zien en al wat daar gebeurt, is het voor ons uiteindelijk onbegrijpelijk: hoe kunnen mensen elkaar dit aandoen, hoe kan God dit toelaten? Één ding is duidelijk: er is veel kwaad in de wereld en dat kwaad is heel sterk, een duivelse macht.
Door het duister heen…
Maar God heeft zich in Jezus laten kennen niet als iemand die het lijden wegneemt, maar als Iemand die in het lijden naast ons is gaan staan en die het lijden niet het laatste woord geeft. Wie probeert te vertrouwen, dat kruis opneemt, maakt een geestelijke groei door, door het duister heen…
“Gij zijt de Christus”
Vandaag is dit aan de orde in het Evangelie: de leerlingen van Jezus hebben van alles meegemaakt: ze hebben tal van wonderen gezien, ze hebben prachtige woorden gehoord, ze zijn Jezus gevolgd, ze zijn zo geraakt dat ze alles in de steek hebben gelaten en met Hem mee zijn gegaan en zich niet meer laten leiden door de meningen van de mensen, door wat men zegt en denkt; ze hebben een eigen en persoonlijke overtuiging: “Gij zijt de Christus”, Gij zijt de Gezalfde van God, de Messias, de verlosser die moet komen.
Geen lijden!?
De leerlingen mogen hier nog niet met anderen over praten. Waarom is dat? Eigenlijk zijn ze daarvoor te zwak, ze kunnen één ding nog niet accepteren, één ding dat zeker ook op hun weg zal komen, iets dat er zijn zal in het leven van iedere mens: het lijden. Petrus komt uit naam van de leerlingen Jezus ernstig toespreken als die erover begint dat Hij veel zal moeten lijden en pas dan zal verrijzen. Dat mag niet, dat kan niet, dat lijden hoort er niet bij, vinden die apostelen en dat vinden wij zelf eigenlijk ook wel.
Een winstgevende vriendschap
Maar als het lijden er niet bij mag horen, wordt de prediking van de apostelen alleen maar een succes-verhaal, van wat God allemaal voor je doet, hoe rijk, mooi en gelukkig je wordt als je gelooft, hoeveel voordelen het met zich mee brengt als je een vriend van Jezus wordt. Dan is het geen vriendschap meer, dan wordt het een zakelijk verhaal, een koopjes-deal. Maar geloven is een weg, een traject van navolging. Zeker, het is een weg naar een mooie bestemming, naar verrijzenis en eeuwig leven maar voor de weg er naar toe geldt: “Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenenen zijn kruis opnemen”.
Liefde wordt in lijden zichtbaar
Zo is het leven: die liefde, die bereidheid om niet weg te lopen als het moeilijker wordt, maakt het leven mooi. Als je getrouwd bent is niet het mooie dat die ander er voor je is als alles lekker gaat en leuk is, maar dat je een echte relatie hebt, blijkt als er een kruis of kruisje komt en je elkaar tot steun kunt zijn.
“Wie zegt gij dat Ik ben?” Ja, wie is Jezus, wie is God voor ons en wat willen wij zijn voor God? Is Hij iemand die ons cadeautjes moet geven of is het een vriendschap door dik en dun? Kom je uit je bed voor Hem al lig je best nog lekker warm of draai je je nog maar eens om? Praten jullie met elkaar in voor- en tegenspoed of is het bij tegenspoed over en uit? De apostelen hadden het er best wel moeilijk mee, dat kwam eigenlijk pas goed bij de nederdaling van de heilige Geest. In de kracht van die Geest konden ze bergen verzetten, lijden en tegenspoed doorstaan, hun leven geven.
† Jan Hendriks
Afbeelding van Thomas B. via Pixabay