22e Zondag door het jaar A – Is het kruis nog te verdragen?

Schriftlezingen: Jeremia 20,7-9; Romeinen 12,1-2 en Matteüs 16,21-28

Je gaat dood!
Er zijn weinig dingen in het leven die we echt zeker weten, maar één van die weinige dingen is dat we zullen sterven. En dat is tegelijk zo ongeveer het enige waar we echt allemaal mee te maken krijgen. Toch vinden we juist dát vaak heel moeilijk om over te praten. Een vrouw kreeg altijd als antwoord van haar man als zij er over begon wat zij moest regelen als hij er niet meer was: “Jo, doe niet zo akelig”. We kunnen er tegenop zien, het ontkennen, er angst voor hebben, misschien dan met name voor de manier waarop het zal gebeuren, maar we komen allemaal aan de beurt.

Goede dood
Daarom is het wel begrijpelijk dat mensen de manier waarop ze sterven in eigen hand willen nemen, om lijden en afhankelijkheid te vermijden en een heel onzekere toekomst, dat je er zelf geen ‘grip’ meer op hebt. Het woord “euthanasie” is Grieks en betekent letterlijk “goede dood”, je wilt pijn en lijden vermijden door er tijdig uit te stappen. En toch keert het katholieke geloof zich daartegen, zoals een enkele keer in het nieuws komt wanneer een pastoor bij euthanasie de ziekenzalving heeft geweigerd. Ik weet dat bij iemand die om euthanasie vraagt allerlei factoren een rol kunnen spelen. Soms de angst voor een akelige dood, heel vaak de angst om door de omgeving alleen gelaten te worden en tot last te zijn voor anderen, het gevoel ‘te veel’ te zijn. Ik heb vaker mogen meemaken dat iemand zich op zijn  sterfbed door de hartelijke aanwezigheid van kinderen en goede vrienden, als het ware gedragen voelde naar Onze Lieve Heer toe. Er komt me nu bijvoorbeeld weer die oude moeder en oma te binnen die zelfs opgewekter, blijer stierf dan zij geleefd had en dat kwam zeker door de liefdevolle aanwezigheid van haar kinderen en kleinkinderen, die haar geweldig hebben gesteund.

Niet dat lijden!
Waarom is de kerk tegen euthanasie? Daar is natuurlijk heel veel over te zeggen, maar de kern van het antwoord geeft Jezus vandaag in het evangelie: Jezus spreekt over zijn dood en over hoe gruwelijk Hij aan zijn eind zou komen: Hij zou veel moeten lijden. Petrus wilde er niets van weten: dat mocht in ieder geval nooit gebeuren! Dat is precies onze, zo begrijpelijke en menselijke reactie. We willen zelf niet akelig aan onze einde komen en dat wensen we ook anderen niet toe. We zouden zelf waarschijnlijk net zo hebben gereageerd als Petrus hier doet.

Het kruis opnemen
Maar Jezus reageert buitengewoon scherp op deze woorden van zijn apostel, die toch zo begrijpelijk zijn: Hij noemt Petrus zelfs “Satan”, een duivel en het zijn menselijke overwegingen, zegt Jezus, niet wat God wil. Nergens in het evangelie gebruikt Jezus zulke heftige taal tegen zijn leerlingen. En dan gaat Hij verder door te zeggen dat je je kruis op moet nemen en dat je je leven zult verliezen als je het wilt redden door het lijden uit de weg te gaan. Geen gemakkelijke woorden! Is het alleen maar achterhaald en uit de tijd, wat Jezus hier zegt, of hebben deze woorden nog steeds een betekenis voor ieder van ons? Het zal U niet verwonderen, maar ik denk dat het laatste het geval is: Dit is nog steeds een heel belangrijke boodschap voor ons. Want Jezus wil eigenlijk zeggen: het lijden hoort erbij, je kunt en je mag het niet altijd uit de weg gaan; je moet het niet alleen zien als iets dat vermeden moet worden. Het lijden is niet zomaar zinloos, het heeft vaak een diepe betekenis.

Gevormd door de offers
Als we zelf bijvoorbeeld op ons eigen leven terug kijken, zijn niet altijd de perioden waarin alles makkelijk en gladjes ging, de beste geweest. Als alles voor de wind gaat, als je rijk bent, je alles kunt permitteren, kan de liefde gemakkelijk verdwijnen. Mensen worden dan soms egocentrisch, op zichzelf gericht. Maar als je bijvoorbeeld een kind of een kleinkind hebt dat ziek is en waar je je zorgen om maakt, dan lijd je, maar in dat lijden uit zich de liefde. Je lijdt omdat je liefhebt. Heel vaak zijn de niet zo gemakkelijke perioden van ons leven, die we uit Gods hand hebben weten te  aanvaarden, ook de tijden geweest die ons gevormd hebben, die ons sterker hebben gemaakt, die ons leven diepte en inhoud hebben gegeven. Als er moeilijkheden komen, pijn en verdriet, dan komt de vraag: kun je dit aannemen of niet? Kun je het aannemen, dan zal het je vormen en uiteindelijk verrijken, werp je het weg, dan breekt het je af. Het lijden van Jezus heeft ons verlost, met name door de liefdewaarmee Hij dit lijden op zich heeft genomen.

Durf je?
Om de drie jaar worden de wereldjongerendagen gehouden. Dan zijn er honderdduizenden jongeren bij elkaar om in de ontmoeting met elkaar, met God, met de paus een groot feest van geloof te vieren. Jongeren moeten offers brengen: de accommodatie is vaak primitief, soms is het warm, soms zit het weer niet mee, er is vaak weinig sanitair en er moet veel gelopen worden. Maar juist die offers die de jongeren moeten brengen, dragen bij aan een sfeer van er zijn voor elkaar, van broeder- en zusterschap. Ik heb die wereldjongerendagen vele keren meegemaakt. Op de heenreis ernaar toe is er een avond van barmhartigheid, met gebed, muziek en veel stilte. De jongeren komen samen in aanbidding, er is gelegenheid voor een persoonlijk gesprek en om in de biecht het sacrament van verzoening te ontvangen. Dat is een emotionele avond; in de stilte komen zaken naar boven, waar je normaal niet zo gauw over spreekt; in stilte en aanbidding ontmoeten de jongeren God. En dan komt ook die uiteindelijke vraag die iedere mens tenslotte op zijn eigen manier zal moeten beantwoorden: durf je vertrouwen? Durf je je over te geven aan God?

† Jan Hendriks

Afbeelding: Annibale Carracci, Domine, quo vadis, National Gallery, Londen

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!