22e zondag door het jaar A – Het moeten van het hart

Schriftlezingen: Jeremia 20, 7-9; Romeinen 12,1-2 en Matteüs 16,21-28

Vanaf toen begon Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel moest lijden van de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden. (Matteüs 16,21a)

Bij het overwegen van de woorden van Jezus probeer ik de hobbels, de dingen die me tegenstaan, niet glad te strijken. Vandaag struikel ik over het woordje ‘moeten’. Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat Hij naar Jeruzalem ‘moet’ gaan en dat Hij daar veel zal ‘moeten’ lijden. Moeten? Je vraagt je af van wie Jezus moet lijden. Van God soms? Heeft God dan een scenario gepland dat zegt dat Jezus moet lijden? Geloven we in een God die wil dat mensen lijden? Of is Jezus op dwangmatige, ziekelijke wijze op zoek naar lijden?

Ik geloof niet dat God het lijden van Jezus nodig heeft als genoegdoening voor onze zonden, zoals de film van Mel Gibson, The Passion of the Christ, lijkt te suggereren. Uit de evangeliën krijg je ook niet de indruk dat Jezus ziekelijk op zoek is naar lijden. Integendeel, Hij heeft oog voor de schoonheid van vogels en bloemen en mensen verwijten Hem zelfs dat Hij eet en wijn drinkt en feest als iedereen. En als Jezus echt dacht dat God het lijden wil, waarom had Hij zich dan uitgesloofd voor gehandicapten, zieken, bezetenen en verslaafden?

Wat Jezus zoekt is niet het lijden. Wat Hij zoekt is het rijk Gods, waar elke mens tot zijn recht komt. Zijn passie is dat op aarde de wil van God gedaan wordt. Het is zijn passie in beide betekenissen van het woord. Jezus gaat door het vuur voor de wil van God. Het is een vuur dat brandt in zijn hart en zeer doet. Daarin lijkt Jezus op de profeten, op Elia, Jeremia en Jesaja. God wil het lijden niet, maar zoals het er in de wereld in feite aan toegaat, hangt aan het komen van zijn Rijk het prijskaartje van het lijden. In die zin moest Jezus lijden.

Dat er in de wereld geen liefde is zonder lijden, hebben mensen altijd geweten. ‘Van liefden coemt groot lijden’ heet het in een middeleeuws liedje. Dat is nog steeds zo. We zien het in het leven van zoveel martelaren van nu. Ook in dat van pater Frans van der Lugt, die zes jaar geleden in Syrië werd doodgeschoten. ‘De mensen verkeren in nood. Ik moet hier zijn’, zei hij. Ook hier dus weer het woordje ‘moeten’. Niet het doffe ‘moeten’ van een neurose of een noodlottige voorbeschikking, maar het ‘moeten’ van het hart.

Jan Hulshof s.m.

 

Afbeelding: Annibale Carracci, Domine, quo vadis, National Gallery, Londen

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!