
1e Zondag van de Advent jaar C – Als alles tegenzit…
Schriftlezingen: Jeremia 33,14-16; 1 Tessalonicenzen 3,12-4,2 en Lucas 21,25-28+34-36
Het gaat toch goed?
Veel mensen zullen misschien niet zo heel erg vaak stilstaan bij wat er allemaal mis kan gaan in hun leven. Als het leven best wel redelijk goed loopt, er is werk, er is geld, er is een relatie, er zijn geen ernstige ziekten bij onze dierbaarste mensen en de oude dag ligt nog wat verder weg, dan hebben we niet zo veel reden om bij mogelijke rampen of rampjes stil te staan. Het gaat toch goed? Toch hebben we allemaal één zekerheid: de dag zal komen dat het ons minder gaat en eens komt de dag van onze dood. We zijn voorbijgangers op deze aarde.
Als het tegenzit
Wie wél al het een en ander heeft meegemaakt aan tegenslagen, verdriet en lijden weet dat het juist die moeilijke periodes zijn waarin we worden geconfronteerd met de grote, existentiële vragen. Zo wordt dan bijvoorbeeld heel duidelijk wat we écht belangrijk vinden en allerlei zaken verliezen hun zin. Wat heeft het je te zeggen dat de bekerfinale wordt gespeeld, als je vrouw op sterven ligt of als je kind een operatie moet ondergaan? Een multimiljonair had al zijn geld wel willen geven toen zijn dochtertje werd ontvoerd.
Controle hebben?
Voor veel mensen zijn dat misschien zaken waaraan ze liever niet denken. Heb het liever over iets leukers, zullen ze zeggen. Want zeker in onze tijd willen mensen hun eigen lot in handen houden, controle hebben en zelf een einde kunnen maken aan een uitzichtloze situatie, want die mag er niet zijn… En soms vragen mensen zich verwijtend af waarom hun die tegenslag overkomt.
Zinloos geweld
Toch weten we dat zulke slechte tijden voor ieder mens zullen komen, want we zijn sterfelijk en alles is tijdelijk; we worden er in het dagelijks nieuws mee geconfronteerd dat dit voor anderen geldt: er zijn zoveel mensen in onze wereld die slechte tijden ondergaan; en Jezus spreekt erover in het evangelie van deze eerste Adventszondag; het zijn herkenbare zaken: Tsunami’s en andere natuurrampen, radeloze mensen, schrik en spanning onder de volken. Voor wie niet gelooft, zijn dit inderdaad zaken dat alleen maar afschuw oproepen: zoveel zinloos geweld, zinloze vernietiging, zoveel haat, zoveel strijd. De wereld is er vol van.
Je wordt eruit getrokken!
Voor wie niet gelooft is er geen ontkomen aan en is dit het einde van alles. Voor wie niet gelooft gaat alles ten onder en is er geen redden meer aan, wat heeft dat voor zin? Maar voor wie gelooft is dat toch anders, want dat je in de put zit of een afgrond voor je ziet, is niet wat ons leven uiteindelijk bepaalt. Die put of die afgrond: je zult eruit worden getrokken! Jezus zegt het duidelijk in het evangelie van deze dag: “Als dat alles je overkomt: richt u dan op, hef uw hoofden omhoog, uw verlossing is nabij!” Die ellende heeft niet het laatste woord. Er is hoop.
Hij kan niet ver zijn
Jezus nodigt zijn leerlingen uit om die rampen in de grote wereld én de rampen in ons eigen leven als tekenen te zien: dit is erg, dit is slecht, de Heer kan niet veraf meer zijn, Hij moet nu wel nabij zijn, want Hij is onze Redder. Nee, de ellende is geen eindstation, de narigheid heeft niet het laatste woord; we moeten door een tunnel maar de weg gaat naar het licht. Jezus roept ons op tot moed, tot waakzaamheid, standvastigheid, gebed.
Hoop en vertrouwen
Geloof, hoop en liefde zijn de grote drie; dus de hoop is heel belangrijk, die maakt dat we altijd toekomst zien en perspectief, erop vertrouwen dat het goed zal komen, want God laat ons niet in de steek. Hij komt aan het eind van ons leven en aan het eind van de tijd en Hij komt op tal van momenten van vrede en geluk. Kijk ook naar de mooie dingen, de rijke ervaringen, de cadeautjes en knipoogjes van de hemel!
Neem mij maar…!
In de tweede wereldoorlog werd pater Maximiliaan Kolbe in het concentratiekamp van Auschwitz vastgezet. Op een gegeven moment was iemand uit het kamp ontvlucht en bij wijze van represaille moest een aantal gevangenen het ontgelden. Een man werd uitgekozen om de hongerdood te sterven, die om genade smeekte want hij was een vader van jonge kinderen. Toen stapte deze priester uit de rij van gevangenen naar voren en zei: “Neem mij maar”. In de dodencel bleef hij standvastig met woorden, liederen en gebeden bemoedigde hij de mede-ter-dood-veroordeelden. De hoop en het vertrouwen bleven zijn leidraad. Laten we de Heer vragen dat ook wij nooit ontmoedigd zullen raken, want er is hoop, er is toekomst en Hij komt!
† Jan Hendriks
Afbeelding: Vicki Nunn via Pixabay
Ook komend jaar zullen we op de site weer wekelijks de overdenkingen van Mgr. dr. Jan Hendriks publiceren. Ze zijn genomen uit zijn nieuwste boek:
Waar je hart vol van is – Overwegingen bij de zondagen van het liturgisch jaar C
Wie niet wil wachten op de wekelijkse publicatie kan het boek hier bestellen.