1e zondag van de Advent jaar A – Als de Heer komt: Wees bereid

Schriftlezingen: Jesaja 2,1-5; Romeinen 13,11-14  en Matteüs 24,27-44

Ben ik er klaar voor?
De Mensenzoon komt onverwacht,
zorg dus dat je klaar staat en bereid bent,
dat is de boodschap van het evangelie
van de eerste Adventszondag.
De grote vraag die wij ons dus
aan het begin van dit nieuwe liturgisch jaar mogen stellen is:
Ben ik er klaar voor?
Als de Heer mij nu zou roepen,
ben ik er klaar voor?
Of zijn er nog zaken die ik moet regelen?
En dan vooral:
is er nog iets dat ik goed moet maken,
met andere mensen
of met God zelf?
Kan ik Hem zo onder ogen komen?

Verwachting
Advent is een tijd van verwachting.
Als we Sinterklaas vieren
wordt die geest al over ons vaardig:
“Vol verwachting klopt ons hart”.
Het verwachtingsvol uitzien naar iets moois,
naar de geboorte van Gods Zoon,
naar Zijn komst in ons menselijk bestaan,
dat is de betekenis van de adventstijd,
waarin we toeleven naar de geboorte van Jezus die we vieren op het kerstfeest.

Toch gaat het in de Advent
niet alleen om het kerstfeest
waar we naar uitzien.
Er is meer aan de hand,
zoals het evangelie van vandaag al aangeeft:
daar gaat het om de komst van de Heer
aan het einde der tijden;
en het gaat in de Advent om Zijn komst
aan het einde van ons leven
en in zoveel momenten van ons bestaan.
We worden geroepen ons bewust te worden
dat Jezus, dat de Vader
aan onze deur staat en klopt;
de vraag is of wij open doen.

Hem herkennen
Sommige mensen luisteren graag naar harde rock-muziek,
gelukkig wel met een koptelefoon.
Maar als iemand aan hun deur klopt,
horen ze natuurlijk niks!
Vroeger was ik vaak zo verdiept in een boek,
dat iemand die iets tegen me wilde zeggen,
drie keer moest roepen,
voordat het tot me doordrong.
En zo is het in heel ons leven.
God klopt vaak aan onze deur,
maar dikwijls herkennen wij zijn kloppen niet,
omdat er zoveel andere geluiden zijn,
en omdat we misschien wel heel erg bezig zijn
met ons zelf zorgen te maken,
druk met onze eigen dingen.

Het is daarom goed om vaak te bidden:
“Heer, geef dat ik gevoelig mag zijn,
open mag staan
voor de signalen die U mij geeft,
dat ik Uw wenken op mag pakken,
waardoor U mijn leven richting wilt geven”.

Voorbereiding voor vertrek
Wees bereid, sta klaar!
We weten niet
wanneer voor ons de dag zal komen
waarop we naar de hemel gaan.
Stel je voor dat het vandaag zou zijn:
dat kan zo zijn, we weten het niet,
want ieder moment van ons leven
is een geschenk,
geen recht en geen prestatie;
het is een vrije gift van God.
We weten dus nooit
hoeveel tijd we nog zullen krijgen.
Is ons koffertje klaar?
Kunnen we zo vertrekken
of zijn er nog dingen die we moeten doen?
Zijn er zonden die we willen biechten?
Zijn er goede voornemens
die we steeds maar hebben uitgesteld?
Is er iemand met wie we het goed moeten maken?
Stel het niet uit, doe dat dan!

Uitzien naar…
Het is een beetje angstig om te horen:
het einde komt onverwacht,
zoals eens de zondvloed
rolt het over je heen,
niemand die het weet,
wij kennen dag noch uur.

Maar eigenlijk is het ten diepste iets
dat vreugde en vrede mag geven.
Die Mensenzoon over wie het evangelie spreekt
die is toch eens gekomen
als een weerloos Mensenkind
om ons te redden, te verlossen.
Hij wil ons geluk,
Hij wil dat we die vrede vinden
die geen mens ons ooit kan geven,
Hij wil dat wij voor eeuwig gelukkig worden,
daarvoor heeft Hij voor ons zijn leven gegeven.
En Hij wijst niemand af
die zich in vertrouwen tot Hem wendt
en die probeert zijn leven
gelovig en eerlijk te beleven.

En zo is het evangelie van deze zondag
voor ons allen een oproep
om meer fijngevoelig te worden
voor wat God van ons wil,
om naar Hem uit te zien
in ons dagelijks leven,
om te leven met God aan onze zijde, opdat de wereld beter wordt
en de Mensenzoon ons wakend vindt,
als Hij komt.

† Jan Hendriks – ‘Doe maar wat Hij u zeggen zal …’

Afbeelding: Manuscript 1330 Nederland, Victoria & Albertmuseum

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!