19e Zondag door het jaar B – Het is niet allemaal maar gewoon

Schriftlezingen: 1 Koningen 19,4-8; Efeziërs 4,30-5,2 en Johannes 6,41-51

Dagelijks wonder
In de woestijn kregen de Joden het manna te eten, hemels brood, want het viel als dauw uit de hemel en iedere morgen konden de Joden voldoende voedsel oprapen om in leven te blijven. Het wonder was misschien niet eens zozeer dát er brood uit de hemel viel. Ook vandaag de dag komt een dergelijk natuurverschijnsel soms nog voor in de Sinaïwoestijn: een witte korrelige afscheiding van de woestijnacacia die goed eetbaar is en die door de bedoeïenen nog steeds “man” wordt genoemd. Het wonder was wel dat dit manna er dagelijks was en de Joden op heel hun tocht voldoende te eten hadden.

Het is zo gewoon
Maar het ging toen zoals het gaat met alle wonderen die dagelijks om ons heen zijn: De Joden zagen het niet meer als wonder; ze namen dit dagelijks gebeuren voor zoete koek; ze accepteerden het als normaal, gewoon en richten zich weer op andere dingen die ze wél misten en begonnen daarover te klagen. Deze houding van de mens is van alle tijden. Natuurlijk, je zou misschien gek worden als je bij ieder plantje stil zou staan en ten volle zou proberen te beseffen dat een liefdevolle hemelse Vader dit voor jou heeft laten groeien. Toch is het zo! Wij rennen er vlug langs heen, druk bezig met onze eigen dingen die o, zo belangrijk en gewichtig zijn. Toch vraag ik me weleens af: Hebben al die dingen, waarmee de mens zo druk bezig is om ze te bereiken, alles waar we zo hard voor lopen, hebben die de mens werkelijk gelukkiger gemaakt, heeft dit het leven beter gemaakt?

Het is allemaal gewoon
Oudere mensen zullen zeggen dat veel dingen toch wel verbeterd zijn, vergeleken met de tijd van hun jeugd, toen veel mensen het arm hadden. In zekere zin is dat waar: zíj kunnen er nog van genieten. Maar de jongere generatie heeft nooit anders meegemaakt, zij vinden het allemaal gewoon, normaal, niet meer als iets waarvan je als een bijzonder mooie gave gaat genieten. En het zal voor de jongere mensen moeilijker zijn als ze het moeten missen. Het is moeilijker iets te moeten missen, dan niet eens te beseffen dat het bestaat. Ik zou er moeite mee hebben als ik me niet kon douchen of elektrisch kon scheren; elders hebben mensen nooit een douche of scheerapparaat gekend.

Morren om het gemis
De Joden in de woestijn morden omdat er iets aan hun welbevinden ontbrak. Ze klaagden en zeurden en vonden dat de Heer niet goed genoeg voor hen zorgde. Zo kwamen ze in opstand tegen God. “Morren” is het woord dat daar in de heilige Schrift voor wordt gebruikt. Ook in het evangelie van vandaag wordt datzelfde woord gebruikt. Dat is duidelijk om ons aan die Joden in de woestijn te laten denken. De mensen rond Jezus hebben naar zijn woorden geluisterd. Ook hebben ze het wonder van de broodvermenigvuldiging meegemaakt. Die woorden lieten de luisteraars denken aan de tocht van de Joden in de woestijn: “Ik ben het Brood”, zegt Jezus, dat uit de hemel is neergedaald”; en het wonder van de vijf broden en de twee vissen had die woorden kracht bijgezet: zoals eens dat manna uit de hemel viel en de Joden in leven hield, zo ben Ik voor jullie geestelijk voedsel en dank zij Mij zullen jullie leven in eeuwigheid. Maar die mensen nemen zijn woorden niet aan. Zij zien in Jezus die ze iedere dag kunnen meemaken het wonder niet, ze vinden Hem “gewoon”, de zoon van een timmerman. En ze beginnen te morren.

Beleef je het gemis of het wonder?
Met wat voor ogen kijk je om je heen: zie je het gemis of ervaar je het wonder, leef je vanuit wantrouwen of vanuit vertrouwen, vanuit geloof en liefde of vanuit bitterheid en haat. Durven we te vertrouwen en te aanvaarden wat God ons geeft of proberen we dat tenminste? De tocht is soms lang, de zon is vaak heet – onze levensreis –, maar als we doorgaan met vertrouwen, komen we aan, bereiken we ons doel.

† Jan Hendriks

Afbeelding: Bonyoung Koo via Pixabay

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!