19e Zondag door het jaar A – Was dat ‘moeten’ wel zo slecht?

Schriftlezingen: 1 Koningen 19,9a+11-13a; Romeinen 9,1-5 en Matteüs 14,22-33

Op proef

Als je een nieuwe baan hebt, krijg je eerst een proeftijd. Met een nieuwe auto maak je eerst een testrit. Als we een nieuw apparaat kopen, bijvoorbeeld een televisie of een wasmachine, zit er garantie op: het eerste jaar krijg je het vergoed als er gebreken zijn. Ook dat is een soort testperiode dus. Koop je iets in de winkel, dan kun je het binnen acht dagen ruilen, een krant neem je eerst drie weken op proef. Ook mensen worden uitgetest. Jezus zelf begint zijn openbare leven er mee: veertig dagen wordt Hij beproefd, uitgetest in de woestijn. Is Hij stevig, staat Hij sterk? De duivel mag het eens uitproberen.

Door ‘moeten’ uitgetest

Jezus doet het al niet veel anders met zijn apostelen. Hij test ze uit, Hij wil weleens even kijken wat ze waard zijn. Meestal is het resultaat nogal teleurstellend. Bijvoorbeeld in het evangelie van deze zondag: Jezus dwingt zijn leerlingen in de boot te gaan. Het moeten! Precies dat waar mensen altijd zo’n hekel aan hebben. “Vroeger moesten we alles”, zeggen ze dan; dat zou hen niet overkomen! En daarom mogen hun kinderen alles, met het gevolg dat zij zichzelf niet leren beheersen. Als je nooit geleerd hebt om aan regels te gehoorzamen, hoe kun je dan je eigen leven regelen? Iemand vertelde me eens dat hij bij de kassa van de supermarkt stond en een kind achter hem duwde steeds het boodschappenwagentje tegen hem aan. “Mevrouw”, vroeg hij aan de moeder, “Kunt U uw kind daarmee op laten houden?”.  “Ik heb mijn kind een vrije opvoeding gegeven”, antwoordde de moeder. Tenslotte verveelde het de man zozeer dat hij een pak yoghurt uit zijn boodschappen nam, het openmaakte en het over het hoofd van de moeder uitgoot. “Mevrouw”, zei de man, “ik heb ook een vrije opvoeding gehad”.

Beproefd en uitgetest

Maar Jezus dwingt een stel volwassen mannen, zijn apostelen, de boot in te gaan. Ze moeten! En ze doen het, hoewel het nu niet direct leuk was. De avond viel, het werd donker en toen begon het ook nog eens vreselijk te waaien en er ontstonden hoge golven op dat meer. Maar Jezus liet hen maar tobben, de hele nacht door, tot de vierde nachtwake, tegen de morgen. En toen, nog voordat het licht werd, komt Hij over het water naar hen toe; spookachtig is het. En nog een keer wordt Petrus beproefd, uitgetest, als hij over het water naar Jezus toe mag komen: de wind giert, de golven gaan hoog en Petrus wordt bang: “Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?” Door zo’n situatie waarin je wordt uitgetest, krijgen we een beeld van onszelf en van anderen. Wat voor persoon zijn wij of anderen nu werkelijk? Hoe reageren andere mensen, wijzelf op situaties? Bijvoorbeeld, toen U uw vrienden nodig had, waren ze er toen wel of waren ze er toen juist niet? En waar lag dat aan?

Han Snel

Han Snel was een jonge priester en kapelaan in Volendam. Jaren geleden kreeg hij met een busje vol jongeren op de terugweg uit Lourdes in Frankrijk op de snelweg een klapband waarbij hij als enige omkwam. Na de nieuwjaarsbrand in Volendam ging het verhaal dat hij de dertien omgekomen jongeren aan de hemelpoort had opgewacht en hen naar binnen had geleid. Mensen zeiden over hem: Hij stond altijd klaar als je hem nodig had; jongeren die zoekend waren, mensen met problemen, ze konden altijd bij hem terecht. Wil je zo’n vriend voor mensen zijn, willen anderen zo’n vriend voor je zijn? Dan moet je jezelf leren vergeten, jezelf weg kunnen cijferen voor anderen.

Jezelf wegcijferen

Zo’n test-situatie als waar Jezus zijn apostelen vandaag in brengt werpt ons op onszelf terug: wie ben ik? Waar sta ik? Hoe ben ik als mens? En zo worden wij mensen heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, tussen eenzaamheid en duisternis en zo worden wij verkwikt door Gods aanwezigheid, tussen triomfantelijk over het water lopen – Hij draagt je, je hebt vleugels – en bang en angstig wegzinken. En dan steekt Hij zijn hand weer uit en grijpt die vast. God is soms als een moeder die een kind haar speeltje afpakt omdat het nu tijd is om te gaan eten of om naar bed te gaan of in bad. Je wilt dat niet als kind,
je wilt spelen, en toch is het goed. En doordat er eisen aan je worden gesteld, doordat je dingen moet, er dingen van je verwacht worden, word je gedwongen om ritme en structuur in je leven aan te brengen en ‘steady’, stabiel te zijn. Een gezin is druk, veel werk. “Ik heb nooit eens tijd voor mezelf ”. Goddank, dan heb je tijd om jezelf te vergeten. En in een religieuze gemeenschap moet je dan weer dit en dan weer dat, je kunt je eigen gang niet gaan en het samenleven met zoveel anderen vraagt ook het nodige: die is zus en die is zo. Maar juist die eisen die aan ons worden gesteld, die verplichtingen en dat wat we aan anderen moeten geven stellen ons in de gelegenheid onszelf te geven. Hoe vaak zal Jezus dat in stilte tegen ons hebben moeten zeggen: “Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?” Ik heb je uitgetest, beproefd, omdat Ik mij van de echtheid van jouw vriendschap wilde overtuigen, omdat ik jou wilde laten groeien in echte vriendschap voor Mij en je medemensen.

† Jan Hendriks

 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!