
16e Zondag door het jaar C – Een hoge gast
Schriftlezingen: Genesis 18,1-10a; Kolossenzen 1,24-28 en Lucas 10,38-42
Als niemand een vinger uitsteekt
“Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen”. Toch denk ik dat wij de situatie ongeveer op dezelfde manier zouden ervaren als Marta. Stel dat U jarig bent en uw kinderen komen op visite en het is een hele drukte en niemand doet iets, niemand steekt een handje uit om te helpen. Of stel dat U bij uw moeder op verjaarsvisite bent en U bent de enige die loopt te rennen en te draven en uw broers en zussen blijven gezellig met elkaar zitten kletsen terwijl ze langs neus en lippen hun bestelling bij U plaatsen. Zou U dan ook niet vreselijk geïrriteerd raken? Zou U niet denken: “Ik ben hier altijd degene van wie verwacht wordt: die doet dat wel, mij zien ze hier als het sloofje, zelf gaan ze er lekker bij zitten”. Jezus wil niet zeggen dat al die visite die lekker blijft zitten en geen vinger uitsteekt, gelijk heeft.
Mopperen?
Niet dat Hij vandaag wil zeggen dat U wel gelijk hebt als U zich er zo over opwindt. Misschien kunt U gewoon iemand vragen om even te helpen; misschien ligt het toch niet zo zwart wit als U het vindt en denkt; misschien moet U gewoon eens dankbaar zijn dat U dit kunt en bedenken dat het ook iets moois is dienstbaar te mogen zijn. Waarom beklaag je je als je iets goeds doet, als je voor een ander klaar staat, jezelf geeft? Door dat zelfbeklag haal je zeker de helft van de verdiensten weg, is je goede daad lang niet zo mooi meer als die zonder jouw gemopper was.
Een hoge gast
Maar goed, daar gaat het hier niet over. Want de gast die hier ontvangen wordt in het huis van Maria en Marta is wel een heel speciale: het is de Heer zelf. Stel U voor dat u de koningin op bezoek kreeg. Zij zit op een stoel in de kamer en iedereen begint de rennen en te draven, er is niemand die aandacht voor haar heeft. Dat zou natuurlijk heel onbeleefd zijn. Toch gebeurt dat ons vaak.
Geen bezoek?
In parochies wordt soms trots gezegd: we hebben hier tweehonderd vrijwilligers, maar er komen nog geen honderd mensen naar de kerk. Tweehonderd mensen doen allemaal werkzaamheden in parochieverband, ongetwijfeld is alles heel nuttig en we zijn blij met hun inzet; maar zo weinigen komen om te zitten aan de voeten van de Heer. In onze snelle maatschappij vol afwisseling moeten we onze agenda bewaken. Soms is het goed er een kruis in te zetten. Dat kan een kruis zijn om een dag leeg te laten en vrij te zijn of een kruis om aan te geven: Dit is mijn dag voor de Heer. Het komt er o zo gauw niet van: ik ben te druk, ik heb geen tijd, ik ren als een Marta heen en weer. Niet alleen Onze Lieve Heer kan erover klagen dat zijn kinderen geen tijd voor Hem hebben, ook menig ouder ziet tevergeefs naar een bezoekje uit; vooral voor bejaarde mensen die aan huis gebonden zijn, valt dat soms wel zwaar.
Hoe ga je op bezoek?
We zijn bij de viering op bezoek bij de hemelse Vader die Jezus Zijn Zoon aan ons geeft als bron van genade en kracht voor ons leven. Het is goed als we er zijn. Laten we inzet geven om er dan ook echt te zijn: met aandacht en liefde. Het zal ons weleens overkomen dat we iemand op bezoek krijgen die er wel is, maar er ook niet is; van wie U voortdurend merkt dat die met zijn gedachten heel ergens anders zit. We zijn blij als een gast gekomen is, van wie we veel houden, zoals een kind of een kleinkind, maar we verlangen naar een echt bezoek, contact van hart tot hart. Onze hemelse Vader is niet anders, maar door onze menselijke zwakheid gaan onze gedachten soms alle kanten uit als we een momentje bij Hem zijn. Probeer er en echt bezoek van te maken en laat je eigen gedachten even rusten, maak je aandacht vrij voor Hem om echt bij Hem op bezoek te zijn. Als we tot God bidden komen ook onze eigen zorgen terug, toch is het goed om ook dan eerst ons hart te openen en de Goddelijke golflengte op te zoeken. Denk eraan dat Hij je ziet en van je houdt. En als U aan het werk bent voor de Kerk, denk er eens bij voor wie U het doet en biedt het Hem aan.
Loslaten, overgave…
Enige jaren geleden was er een onderzoek onder religieuzen. Optimistische kloosterzusters die niet zitten piekeren en tobben, leven jaren langer, was de uitkomst. Hun geloof en vertrouwen gaven een innerlijke rust. Tobben wij vaak niet te veel? Soms zitten wij vreselijk in de war over iets dat later blijkt mee te vallen, of we winden ons op over iets dat uit zichzelf weer aardig op zijn plaats komt, of we vinden dat moet en zal wat we helemaal niet in de hand hebben en waar eerder overgave past. Ons temperament speelt hier een rol, maar we kunnen ons er ook in oefenen: begin in alles bij God! Begin met het vertrouwen, streef naar de overgave, dat wordt zo rijk beloond.
Het enige dat noodzakelijk is
Maria zit aan de voeten van de Heer. Marta ergert zich al is ze ook met heel goede werken bezig en is ze daar heilig mee geworden (feestdag, 29 juli). Maar Jezus zegt: “Marta, Marta, wat maak je je bezorgd en druk over veel dingen; slechts één ding is noodzakelijk”. Ach, misschien had Jezus niet op tijd zijn koffie gekregen als ze allemaal waren geweest als Maria, maar zoals de schrijver zegt: “De wereld gaat aan vlijt ten onder” (M. Dendermonde). Je zou weleens willen zeker in onze tijd, dat er meer mensen waren die oog en hart hadden, tijd namen voor het wezenlijke, voor wat blijft, voor God, die hoge Gast.
† Jan Hendriks
Afbeelding: Marta en Maria, Carl Almquist (1848 – 1924), Sint Nicolaskerk Örebro, Zweden