
15e Zondag door het jaar C – All lives matter!
Schriftlezingen: Deuteronomium 30,10-14; Kolossenzen 1,15-20 en Lucas 10,25-37
Achterstelling en uitsluiting
Overal in de wereld zien we dat er mensen zijn, groepen of soorten van mensen, die uitgesloten worden of achtergesteld en we zien ook dat die uitsluiting of achterstelling vaak tot agressie leidt. Als mensen het gevoel hebben dat zij niet de kansen krijgen die aan andere mensen wél gegeven worden, als zij ervaren niet of minder mee te tellen om wie zij zijn, ontstaat er gemakkelijk een gevoel van teleurstelling en boosheid. De meesten van ons hebben daar wel iets van ervaren, vroeger al deed het zo’n pijn als we niet mee mochten doen met het spel van andere kinderen, als we misschien gepest werden of als we niet de kans kregen om onszelf te ontplooien.
All lives matter!
Waar achterstelling toe kan leiden en hoeveel agressie dat kan oproepen, is regelmatig in het nieuws: politiegeweld tegen zwarte mensen, pesten op school, jongeren die buiten de boot vallen, vormen van discriminatie, en ongelijke behandeling. Waar mensen, groepen zich uitgesloten voelen, ontstaan subculturen, worden getto’s gecreëerd van mensen die zich afzetten tegen een maatschappij waarin zij geen kansen krijgen of denken te kunnen krijgen. Als zij de maatschappij gaan zien als tegenstander en vijand, ontstaat een gevaarlijke situatie, die we moeten zien te vermijden. Om dat gevaar inderdaad uit de weg te gaan is het belangrijk dat mensen niet als groep worden “weg gezet”, dat andere opvattingen die de rechtsorde respecteren er mogen zijn ook al hoeven we het niet met alles eens te zijn, dat ieder mens in zijn waardigheid wordt gerespecteerd, dat we tot een vorm van samen leven komen die aanvaardt dat er andere opvattingen leven dan de dominante visie.
Wie is mijn naaste?
Het evangelie van de Barmhartige Samaritaan wijst ons hierin een weg: Een priester en een leviet lopen in een boog om een gewonde, beroofde man heen; een Samaritaan ontfermt zich over hem. Die Samaritaan behoorde tot een volk en een godsdienst die de Joden verachtten en waarvan zij de opvattingen niet deelden. Jezus geeft door die parabel aan dat iedereen zich naaste van een ander kan maken door over a priori oordelen heen te stappen en naar die ander toe te gaan. Dat is Zijn antwoord op de vraag van de wetgeleerde: “Wie is mijn naaste?”
Een medemens wordt naaste
Niet iedereen die “anders” is ligt gewond langs de weg, maar het is van groot belang dat we de afstand tot die ander die anders is overbruggen. Niet om onze overtuigingen en waarden overboord te zetten, maar wel omdat die ander op de eerste plaats een mens is, in wie het beeld van God is afgedrukt en omdat een maatschappij pas samenleving wordt en veilig en harmonieus, als we gemeenschap willen zijn en verbinding zoeken. Voor ons als christenen komt daarbij dat het onze roeping is om ons geloof, om de waarden die daaraan ten grondslag liggen, te delen met anderen.
† Jan Hendriks
Afbeelding: logo jaar van Barmhartigheid