11e Zondag door het jaar B – Opvoeden, vormen en loslaten

Schriftlezingen: Ezechiël 17,22-24; 2 Korintiërs 5,6-10 en Marcus 4,26-34

Regels en ruimte
Kinderen opvoeden is lang niet altijd gemakkelijk. Terecht willen ouders iets meegeven aan cultuur, aan geloof, aan omgangsvormen, sociale vaardigheden, naastenliefde en noem maar op en tegelijk moet er ruimte zijn voor een jonge mens om zelf zijn of haar keuzes te maken. Alle echt belangrijke zaken in het leven, kunnen uiteindelijk alleen keuzes van het hart zijn, ze hebben ook met een innerlijk aanvoelen en een persoonlijke overtuiging te maken.

Geen heer en meester
Soms willen we graag dat iemand – een kind of iemand anders – een keuze niet maakt of iets juist wél doet; soms hebben wij een duidelijk oordeel over een situatie, wij zouden het wel weten, maar we zijn geen heer en meester van andermans geweten, van andermans leven en ieder mens heeft zijn eigen verantwoordelijkheden.

Wat je meegeeft en de eigen verantwoordelijkheid
Een agent geeft een bekeuring, wij zijn het er helemaal niet mee eens, maar is de politieman en hij heeft deze verantwoordelijkheid. Zo gaat het natuurlijk op allerlei terreinen van het leven. We moeten respect hebben voor de eigen verantwoordelijkheden van anderen en de eigen weg en keuzes die mensen op grond van hun inzichten maken, maar dat betekent ook weer niet dat we ons beter nergens mee kunnen bemoeien en iedereen maar zijn gang moeten laten gaan. Nee, er is een soort balans tussen vrij laten en vertrouwen en waarden, normen en inzichten meegeven.

God werkt ook!
Onder alles moet bij ons ook het vertrouwen blijven dat God zelf, dat de heilige Geest net zo goed met mensen bezig is, een nieuw begin kan maken, en door goede ingevingen ervoor kan zorgen dat er iets moois kan groeien uit iemand van wie we dat nu misschien niet zo verwachten.

Gebed en ervaring
Ons gebed voor andere mensen is daarom heel belangrijk, want wij kunnen niet alles kneden en naar onze hand zetten en daar gaat het ook niet om, maar door de kracht van de Geest kan iemand mooie dingen doen. We hebben denk ik bijna allemaal wel zo’n ervaring opgedaan: onze ouders hebben ons van alles meegegeven, zij hebben zaadjes gezaaid, maar mede door allerlei ervaringen die we hebben opgedaan, dingen die we hebben meegemaakt, heeft onze eigen overtuiging en ons eigen geloof vorm gekregen en zijn we geworden tot de mensen die we nu zijn.

Zoals de akkerbouwer
Jezus heeft het vandaag over deze zaken in de parabel die Hij vertelt. Hij vertelt over een man die zijn akker bezaait. Natuurlijk heeft hij die grond – voordat hij met zaaien begint – goed voorbereid; hij heeft geploegd en hij zal misschien water geven of ongedierte bestrijden. Dat is het wat die akkerbouwer kan doen: zorgen voor goede omstandigheden, zodat het zaad kan groeien. Zoals ouders hun kinderen met zorg en liefde proberen op te voeden. Maar verder staat die landbouwer erbij en kijkt ernaar: de aarde heeft haar eigen vruchtbaarheid, het zaad zijn eigen groeikracht. De tijd van de landbouwer komt dan weer als het tijd wordt om te oogsten.

Hoe kan het groeien?
Dit is een prachtig beeld voor de groei van het rijk van God: Hoe kan God mensen inspireren? Hoe groeit in mensen het verlangen om Jezus na te volgen? Er is in ons iets moois gegroeid door allerlei ervaringen en inspiraties, waarin de Geest van God werkzaam is geweest. Wat wij kunnen doen is de grond voorbereiden en het zaad uitzaaien, in woord en voorbeeld doorgeven wat mooi en goed is, lijntjes leggen en de grote schat die het geloof voor ons leven is, niet verborgen houden. Daarna moeten we het ook weer wat loslaten, want het is de genade van God die in het hart van een mens zijn werk moet doen en dan kan dat heel kleine zaadje dat we hebben uitgezaaid, uitgroeien tot een geweldige, krachtige boom. Dat is een proces wat wij mensen niet echt kunnen sturen.

Niet alleen jouw zaak
In 1958 werd Johannes XXIII tot paus gekozen. De eerste avond lag hij te woelen in zijn bed. Hij kon maar niet slapen: wat lag er een grote verantwoordelijkheid op zijn schouders. Totdat hij in zijn hart een stem hoorde: Het is niet jouw kerk, het is de kerk van de Heer. Uiteindelijk is het mijn zorg, ga jij maar rustig slapen. En zo is het ook voor ons: wij kunnen ons soms veel zorgen maken: hoe zal dit gaan, hoe zal dat lopen? Maar het is niet alleen onze zaak en wij zijn het niet
die alles groeikracht geven en vruchtbaar maken, dus geef het af, vertrouw het toe en leg het ook een beetje in Gods handen.

† Jan Hendriks

Afbeelding: congerdesign via Pixabay

 

Vier keer per jaar een nieuwe, rijk gevulde Klooster! om even mee op adem te komen.
Nu voor maar € 45!